donderdag, februari 28, 2013

Toverwoord

Het woord marathon lijkt voor mij een soort toverwoord te zijn. Als ik er aan denk, er over praat of in de buurt kom van een nieuwe voorbereiding lijkt mijn lichaam al in een soort kramp te springen. Tegen te werken. Of het niet mag dat ik een volledige voorbereiding doe zonder randverschijnselen zoals.....een blessure.

Vlak voor de midwinter marathon in Apeldoorn kreeg ik last van mijn scheenbeen. Ineens, of het uit de lucht kwam vallen. Na een dag hard klussen was het er. Zaterdag nog steeds aanwezig en zondag toch die 27,5 kilometer gelopen. En eigenlijk ging dat prima. Ik voelde het wel, maar kon goed door blijven lopen. Maar hoe dom kan je zijn, ook als gevorderde loper. Toch lopen terwijl je eigenlijk wel weet dat het misschien niet verstandig zou zijn. Maandag voelde het niet goed en 's avonds zag mijn linker onderbeen er iets anders uit dan mijn rechter. Vol vocht, het leek wel een soort gelei. Wat ga ik dan doen? Googlen....beenvliesontsteking, shin splints, enz. De meeste zware blessures kwamen voorbij en alles had wel iets wat ik herkende. Dinsdag kon ik al terecht bij mijn fysiotherapeut en dan hoor je wat je eigenlijk wel weet, maar niet wil horen....rust.

Doorrekenen. Ik had immers nog 3 weken voordat we zouden starten met de marathontraining voor Luxemburg. Dat zou moeten kunnen. Maar de eerste week totaal geen herstel, tweede week ging het al beter maar auto rijden bleef gevoelig. Fysio;"wees verstandig en neem nog een extra week rust". De eerste marathontraining zou ik dus alweer moeten missen. En dan is het überhaupt nog maar hopen dat mijn scheenbeen na die derde week rust weer mee zou werken. Reken maar dat er dan van alles door mijn hoofd spookt. Het zou toch niet? Ik niet in Luxemburg kunnen lopen terwijl ik juist de marathongroep weer op sleeptouw heb. Deze stress wil ik niet, ik wil lopen, trainen, goed voorbereiden, heuvel training, lange afstanden en kilometers maken.

Die eerste training was mee op de fiets. Koud, heel koud. 's Middags vol spanning na 3 weken mijn eerste kilometers gelopen. Hoe gefixeerd ben je dan. Je voelt alles en niet alleen op de plaats waar de blessure zat. Maar gelukkig weer 8 kilometer in de benen en tenminste weer bezig. Afgelopen dinsdag nog geen loopgroep maar voor mezelf een blokje van 10 kilometer en nagenoeg geen last. Donderdag (vanavond) 3 kilometer extra en iets meer tempo, pijnloos! Ik zie het weer zitten, het komt goed. Nu niet forceren, maar rustig de kilometers uitblijven bouwen en hopelijk kan ik dan over 2 weken weer volledig aansluiten bij de marathongroep.

En laat dat toverwoord dan nu weer positief uitpakken....




maandag, februari 04, 2013

Midwinter Marathon Apeldoorn

Het jaarlijkse schoolreisje met Loopgroep Leeuwarden, Midwinter Marathon Apeldoorn. Afstanden voor ieder wat wils, een bus, een lunchpakket en een stel enthousiaste loopgroepers. Allemaal ingrediënten voor een gezellig, sportief dagje weg.

Voor mij weer eens kijken hoe ik het op de langere afstand zou doen. Maanden terug mezelf ingeschreven voor 27.5 kilometer. Wijs? Tja, geen idee. Trainen moet, wat werk betreft, in mijn drukste periode van het jaar. Lange werkdagen en beperkt trainen. Daar komt dan ook nog eens een behoorlijke griep tussendoor. Vorige week in, voor mijn gevoel, de herfst toch nog 24 kilometer gelopen. Voor tussen de oren zullen we maar zeggen. Gemiddelde tempo kwam toen op 11.5 kilometer per uur. En daar moest ik nog voor werken ook. En dan ga je ineens een doel stellen in Apeldoorn van tussen de 2.05 en 2.15 uur. Ach, doelen moet je hebben en ik loop eigenlijk altijd lekker in Apeldoorn. Afgelopen vrijdag kreeg ik, na een dag klussen, ineens last van een linker scheenbeen. Shin Splints? Dat kan toch niet, dat is een overbelastingblessure die langzaam erger wordt. Deze "pijn" valt uit de lucht. Het zal allemaal wel wat mee vallen, komt onherroepelijk door de rare houdingen tijdens klusdag.

Even voor 12.00 uur als een kudde dieren in het startvak. Dicht bij elkaar om zo weinig mogelijk te merken van de wind. Startschot en op weg. Zoals gewoonlijk snijden Hans, Mark, Julius en Leander als een warm mes door de boter en het is harken om ze bij te houden. Hier hou ik niet van. Laat mij maar rustig op tempo in mijn ritme komen. Maar helemaal alleen lopen gedurende zo'n afstand is voor mij ook geen optie. Als je dan na een paar honderd meter ook nog eens je gelletjes verliest en terug loopt om ze op te rapen, is de rest al enkelen 10 tallen meters weg. Gelukkig is er dan nog een wachtende Roelof. 

Druk, veel lopers om je heen door de mooie wijk van Apeldoorn. Grote, statige huizen. Na enkele kilometers geeft Roelof aan dat hij dit tempo niet vol gaat houden. Hij is behoorlijk ziek geweest en het is al een wonder dat hij zo loopt. "Ga maar" en ik gooi het tempo erop om weer bij de rest aan te sluiten. Dan denk je, zo'n gaatje van 50 meter loop je wel dicht. Maar niks van dat alles. Het duurt een paar kilometer als ik achter ze loop. Mijn scheenbeen voelt goed. Ik voel in de verte wel iets, maar waarschijnlijk had ik dat nooit gevoelt als ik er niet zo mee bezig was. Julius loopt onderhand al een paar meter voor ons en Leander is in geen velden of wegen meer te bekennen.

Even na de Apenheul begint het glooiende gedeelte van de route. Heuvel op, heuvel af. Maar wat is het hier mooi. Bos, heide en een lang lint van lopers. Genieten! Hans is sterk en loopt heuvel op bij ons vandaan. Mark en ik kunnen alleen maar op gepaste afstand volgen, kilometers later sluiten we weer aan, tot hij weer langzaam bij ons vandaan loopt en dit gebeurt tot 3 keer. Tot hij na zo'n 18 kilometer definitief een gaatje slaat als we op de asfaltweg lopen. 

Gaan we omhoog? Vraag ik nog een Mark. Het lijkt of mijn schoenen aan het asfalt blijven kleven, er aan ieder been 2 kilo lood is gebonden. Het blijkt inderdaad valsplat omhoog te gaan. Ik begin mijn scheenbeen iets meer te voelen. Niet aan proberen te denken en concentreren op het lopen. Op 21 kilometer nog een laatste gelletje naar binnen werken en op naar de laatste 7,5 kilometer. Als we Apeldoorn weer in lopen geef ik nog aan dat Mark wel door mag lopen, maar ook bij hem gaat het lampje uit. Doorlopen, niet teveel aan vermoeidheid denken. Nog 3 x 2 kilometer, nog 2 x 2 kilometer. Een truckje van Rudolf Das waar ik nu dankbaar gebruik van maak. Als je het zwaar krijgt, deel de nog te lopen afstand in kleine blokjes....

Rechtsom, nog minder dan 2 kilometer. Loop maar door zeg ik tegen Mark. Een normaal mens neemt souvenirs mee, ik laat het blijkbaar liever achter. Even wandelen en gelukkig hou ik het binnen. Laatste kilometer, maaannnnnnn wat is die Loolaan lang. Niet alleen Terschelling heeft de longway.

De finish, 2.12.01 uur toch wel tevreden ondanks de zeer beperkt trainingsarbeid.

Vandaag een dag verder en ik voel nog steeds mijn scheenbeen. Morgen naar de fysio. Er toch even na laten kijken en hopen op goed nieuws. Even rust, een behandeling en ik kan over zo'n 3 weken starten met de voorbereiding voor de Marathon van Luxenburg.

Fingers crossed.